Uitlaatpijpen waar de vlammen uitkomen, spinnende banden en een geluidsniveau waarbij de tl-balken van het plafond vallen. Tractorpulling, een krachtmeting tussen stalen monsters die door de mens zijn gebouwd. met een verbruik van liters brandstof per honderd meter zijn het machines waar milieuactivisten niet vrolijk van worden, maar waar menig werktuigbouwkundig hartje sneller van gaat kloppen....
Geschiedenis
In de V.S. had een groep boeren last van stenen in de grond, die ze natuurlijk probeerde te verwijderen. 's Avonds in het café moesten ze toch wat vertellen, dus vertelde men over hoe groot de steen wel niet was die ze hadden weggesleept. de bekende mannelijke competitiedrang zorgde voor de rest. stenen kregen onmogelijke proporties en wie had de sterkste tractor? al snel werden er wedstrijden georganiseerd. het nadeel van een steen is dat je hem weggesleept krijgt of niet. men kon geen echte competitie maken Na zo'n wedstrijd wisten ze nog steeds niet wie de sterkste tractor had. daarom werd een slee achter de tractor gehangen en iedere meter sprong er iemand erbij op het platform, net zolang tot de tractor stilstond. zo was het mogelijk om te bepalen wie de sterkste machine had. echter, naarmate het vermogen van de tractoren toenam waren er steeds minder mensen enthousiast te krijgen om op de voorbijkomende slee te springen te gevaarlijk!. dit leidde tot de ontwikkeling van een sleepwagen.
In Nederland werd de sport bekend na een demonstratie vanuit Amerika tijdens de wereldkampioenschappen ploegen in 1977 in Flevoland. Het jaar daarna was er al een heuse competitie met een in Nederland gebouwde sleepwagen en in 1979 werd er ook al een EK in Nederlands verreden.
Wedstrijd
de uitdaging is dus om een sleepwagen, die steeds meer weerstand biedt,
over een grotere afstand te verplaatsen dan de andere deelnemers ongeacht de
tijd. omdat de vermogens van de tractoren uiteenlopen van een paar honderd tot
ongeveer 8.000 pk zijn ze verdeeld in divisies en daarbinnen weer in klassen.
deze klassen zijn gebaseerd op motortype, motorinhoud, aantal motoren, gewicht
enz. een wedstrijd wordt gereden op een baan van 100 m lang en tien meter breed.
soms worden deze banen er speciaal voor aangelegd. als je honderd meter aflegt
op een baan zonder met je tractor over de zijlijn te gaan dan rijd je een Full
Pull. Ga je wel over de lijnen, dan word je gediskwalificeerd.. als er meerdere een Full Pull rijden, wordt de
sleepwagen verzwaard en wordt er nog een Pull gereden. dit herhaalt zich totdat
er een winnaar kan worden aangewezen..
Sleepwagen; links zien we de chauffeur zitten, hieronder bevind zich de motor die er voor dient om steeds weer terug naar de startpositie te kunnen rijden. Net voor de chauffeur zien we de ballastbak (met de reclame van Ruttchen erop), nu bevind zich het gewicht wat daar in zit nog boven de wielen, maar kan door een lier (die door de wielen word aangedreven) naar voren getrokken worden (tot waar we het embleem van Mercedes zien). Hoe verder de sleepwagen naar voren getrokken word hoe verder de ballastbak naar voren gaat, we zien dan, dat door de wigvormige constructie van de sleepwagen door het gewicht van de ballastbak de gehele sleepwagen op de slee kan rusten waardoor deze werkt als een blok beton en niet meer vooruit te krijgen is.......
Baan
De sleepwagen en tractoren worden aangepast aan de
baan. op een harde kleibaan zal de sleepwagen zwaarder worden afgesteld dan op
een zachte zandbaan. de teams kiezen een versnelling die geschikt is voor de
baan. de meeste tractoren hebben een stuk of drie versnellingen. niet om mee te
schakelen tijdens de Pull, maar om op verschillende banen te kunnen rijden. je
zou dus denken dat je met een tractor op allerlei banen kunt rijden. dit is in
de praktijk niet het geval. een zware tractor met een groot vermogen kan niet
rijden op een zachte baan omdat hij zichzelf zou ingraven. daarom worden bij
grote wedstrijden de banen speciaal aangelegd.
Wielsnelheid en banden
Bij een grotere wielsnelheid zal een tractor een kleinere koppel
opleveren dan bij een lage wielsnelheid. de ervaring heeft geleerd dat een hoge
wielsnelheid gunstig is, tenminste bij een goede baan. bij een zachte baan is
een lagere wielsnelheid gewenst. de tractoren hebben in het algemeen een
wielsnelheid van rond de 110 km/h, maar er is zelfs een klasse waarbij
wielsnelheden van 180 km/h normaal zijn. bij deze snelheid is de centrifugaal
kracht zo groot dat de banden groter worden. de tractoren zelf halen deze
snelheden lang niet omdat de banden slippen. bij een zachte baan is naast een
lagere wielsnelheid ook een zwaarder profiel op de banden gewenst. de banden
zijn echter zo duur dat de meeste teams maar 1 set hebben. het profiel wordt
gekozen op basis op wat voor soort banen de tractor meestal rijdt en is dus
afhankelijk van het gewicht en het vermogen van de tractor.
Balans
Als de tractor optrekt zal de voorkant de neiging hebben om omhoog te
komen, zelfs zo erg dat de voorwielen van de grond komen. Dit is gunstig want je
wilt al je gewicht op je achterwielen hebben. De banden worden dan goed op de
baan gedrukt waardoor er meer vermogen op de baan kan worden gebracht. het is
echter geen kwestie van oogkleppen op en bruut gas geven. de tractor zou dan over
de kop kunnen gaan. om dit te voorkomen is aan de achterkant een steiger beugel
gemonteerd. net als bij je voorwielen wil je niet dat de steigerbeugel de grond
raakt. je moet dus balanceren tussen deze twee uitersten door met het gas te spelen. de gewichtsverdeling is daarom heel belangrijk en kan aangepast worden
door op verschillende plaatsen gewichten te hangen. sturen gebeurt niet (of
zelden) met de voorwielen. maar door met de remmen te spelen! net als bij een gewone landbouwtractor kan elk
achterwiel apart worden geremd, waardoor gestuurd kan worden.
Toekomst
Tractor pulling heeft het image van "de boer op zijn trekker"al
lang achter zich gelaten. Met vermogens tot 8000pk waarmee 25 ton binnen tien
seconden honderd meter wordt verplaatst is het een volwaardige motorsport. een verdere
professionalisering is duidelijk waarneembaar, maar Europa loopt nog ver
achter op de V.S., waar ze al fabrieksteams hebben met tractoren tot wel 14.000
pk. In Nederland zijn maar weinig teams die de kosten eruit halen. Wat Nederland
wel heeft is een competitie met veel deelnemers die ook nog eens zeer
verschillende tractoren hebben. Dit levert leuke wedstrijden op.